Javascript must be enabled for the correct page display

Ekologie en landinrichting in Roden-Norg

Mallekoote, M. and Marseille, H. (1985) Ekologie en landinrichting in Roden-Norg. Master's Thesis / Essay, Biology.

[img]
Preview
Text
Biol_Ma_1985_MMallekoote.CV.pdf - Published Version

Download (792kB) | Preview

Abstract

De scriptie 'Landinrichting en ecologie in Roden-Norg' is geschreven door twee leden van de projectgroep 'Herinrichting Roden-Norg'. In de scriptie is getracht een antwoord te vinden op de vraag 'Hoe kan een ecoloog invloed hebben op de besluitvorming rond de herinrichting Roden-Norg?' Allereerst is beschreven welke factoren van belang zijn wanneer een ecoloog advies geeft over landinrichting in hat algemeen. We stellen dat het advies beïvloed wordt door de natuurvisie (dit is de visie op de wenselijke inrichting van het landschap), de werksituatie en de opleiding van de ecoloog, en door de politieke context. Hoewel een ecoloog niet per definitie een natuurbeschermer is, zal zij/hij wel een bepaalde natuurvisie hebben, omdat zij/hij werk doet in de natuur. We onderscheiden een aantal mogelijke natuurvisies (o.a. die van de traditionele en die van de nieuwe natuurbescherming), en koppelen deze visies aan mogelijkheden die aanhangers van een bepaalde visie zien voor de ecologie. Naar van de Zande hebben we onder de ecologen 'optimisten', 'pragmatisch pessimisten' en 'principieël pessimisten' onderscheiden. Terwiji de eerste groep de huidige ecologie geschikt vindt om te gebruiken in besluitvormingsprocedures, is de laatste hier principieel op tegen. De werksituatie kan bepalend zijn voor de houding die men heeft ten aanzien van de ecologie, en daarmee voor de manier waarop de ecologie wordt toegepast in het beleid. Het is duidelijk dat ook de politieke context een rol speelt bij bet geven van een advies. Politieke belangen spelen altijd op de achtergrond mee, en maken het geven van sen objectief advies vaak onmogelijk. Sommige ecologen zijn daarom van mening dat je als ecoloog ook andere belangen dan alleen de ecologische moet verdedigen. In hoofdstuk 2 komt aan de orde hoe het advies van een ecoloog kan doorwerken in een besluit. Hierbij maken we onderscheid tussen formele en informele wegen. De wettelijke regelingen waarmee je bij formele wegen te maken krijgt zijn: - ruilverkavelingswet 1954, binnenkort te vervangen door de nieuwe landinrichtingswet - relatienota 1975 Met de nieuwe landinrichtingswet, de relatienota en enkele andere nota's wordt geprobeerd een einde te maken aan de wrijving tussen landbouw en natuurbescherming. De doelstellingen zijn verschoven van 'primair op landbouw gericht', naar 'gericht op landbouw, natuur en recreatie'. Desondanks zijn zowel boeren als natuurbeschermers nog steeds niet tevreden over de wettelijke regelingen rond landinrichting. Binnen de genoemde wettelijke regelingen zijn er verschillende plaatsen waar gebruik gemaakt wordt van ecologische adviezen. In de eerste plaats zijn dat de rapporten van de Natuurwetenschappelijke Commissie(NWC) van de Natuurbeschermingsraad en Staatsbosbeheer(SBB), waarmee rekening gehouden moet worden bij de voorbereiding en uitvoering van de landinrichting. In de tweede plaats zijn dat de verplichte evaluatiemethodes, HELP (Herziening Evaluatie Landinrichtingsplannen) of MER (Milieu Effect Rapportage), Naast deze vaste plaatsen kunnen ecologen en/of natuurbeschermers via verschillende commissies of organisaties een rol spelen in landinrichtingszaken. Er is nauwelijks een garantie dat een ecologisch advies terug te vinden is in genomen besluiten. Ecologische adviezen kunnen ook via minder gebruikelijke wegen onder de aandacht komen, bijvoorbeeld in samenwerkingsgroepen tussen boeren en ecologen en/of natuurbeschermers. Uit de gelezen voorbeelden wordt duidelijk dat het niet zo is dat je altijd beter via informele wegen kunt werken, maar dat het zeker het proberen waard is als je voorstander bent van een principiële samenwerking met boeren. In hoofdstuk 3 is de situatie rond de landinrichting in Roden-Norg beschreven. Het gebied is in het rijksbeleid aangewezen als Grote Landschappelijke Eenheid(GLE), wat betekent dat er zowel ruimte is voor landinrichting ten behoeve van de landbouw, als aandacht voor het in stand houden van ecologische, cultuurhistorische en landschappelijke waarden van het gebied. De provincie heeft hierom besloten dat in het gebied niet een ouderwetse ruilverkaveling, maar een herinrichting plaats moest vinden, waarin ruimte is voor genoemde belangen. Hiertoe moest het Streekplan van Noord-Drenthe herzien worden. Op het voorontwerp van het streekplan is van het Landbouwschap fel commentaar gekomen. Toch zijn de meeste boeren in het gebied niet voor een uitgebreide ruilverkaveling. Kavelruil alleen zou al sen groot deel van de problemen laten verdwijnen. Het ziet er niet naar uit dat de boeren zich actief gaan bemoeien met hat herinrichtingsbeleid. De ecologen die betrokken zijn geweest bij de herinrichting hebben zich voornamelijk beziggehouden met inventarisatie en waardering van het gebied. Door de traditionele natuurbescherming zijn deze gegevens gebruikt om te verwerken in adviezen, zoals het NUC-advies, hat rapport van de Centrale Cultuurtechnische Commissie (CCC), en rapporten van de Milieuraad Drenthe en Natuurmonumenten, Het ziet ernaar uit dat met de uitvoering van de herinrichting rond 1990 kan worden begonnen. Ecologen kunnen een functie vervullen in de herinrichting door integrerend hydrologisch onderzoek te doen ten behoeve van een nader advies van de NWC, en verder in de evaluatiemethodes (HELP, MER) en door middel van inspraak in de procedures. Het laatste hoofdstuk van de scriptie gaat over de visie van de projectgroep over ecologische adviezen in besluitvorming, in het bijzonder in Roden-Norg. Wat natuurvisie betreft zijn we het voor een groot deel eens met de nieuwe natuurbescherming: natuur is mooi, maar het is in de eerste plaats van belang dat het landgebruik milieuvriendelijker wordt. Net als de pragmatisch pessimisten denken wij dat de ecologie toegepast kan worden in besluitvorming rond landinrichting, maar ze is geen objectieve wetenschap die kan bepalen hoe het land moet worden ingericht. Uit het bovenstaande volgt dat we principieel het liefst onderzoek willen doen waarmee verweving van landbouw en natuur gesteund kan worden. In de praktijk is dit moeilijk omdat we al een eind op weg zijn met ons hydrologisch onderzoek, en er binnen de afdeling Plantenoecologie van de RUG geen begeleiding is voor een verwevingsonderzoek. Wij willen echter niet dat onze gegevens ook in een herinrichting leiden tot een scheiding van landbouw en natuur. Daarom zullen we deze moeten presenteren zonder een waardering te geven die hiertoe kan leiden.

Item Type: Thesis (Master's Thesis / Essay)
Degree programme: Biology
Thesis type: Master's Thesis / Essay
Language: Dutch
Date Deposited: 15 Feb 2018 07:48
Last Modified: 15 Feb 2018 07:48
URI: https://fse.studenttheses.ub.rug.nl/id/eprint/10176

Actions (login required)

View Item View Item