Javascript must be enabled for the correct page display

Waterhard: wat het is en wat-er-hard aan is : een studie van het fenomeen "waterhard" in het Amsterdamsche Veld bij Erica (Drente)

Koopman, G. (1986) Waterhard: wat het is en wat-er-hard aan is : een studie van het fenomeen "waterhard" in het Amsterdamsche Veld bij Erica (Drente). Master's Thesis / Essay, Biology.

[img]
Preview
Text
Biol_Ma_1986_GKoopman.CV.pdf - Published Version

Download (7MB) | Preview

Abstract

In de minerale bodem onder (voormalig) veen zijn plaatselijk goed te onderscheiden, bruingekleurde lagen aanwezig. Deze lagen werden door "veldmensen", vanwege het feit dat ze zélfs onder zeer natte condities een relatief hoge weerstand opleverden bij het graven en boren, "waterhardlagen" genoemd. Omdat in de literatuur nauwelijks informatie over het fenomeen "waterhard" aanwezig is en omdat het begrip nooit eenduidig werd gedefinieerd, werden voor dit onderzoek de volgende vraagstellingen geformuleerd: 1. Wat is de samenstelling van waterhard? 2. Hoe komt waterhard in het terrein voor? 3. Welke processen hebben geleid tot het ontstaan van waterhard? 4. Wat is het verschil tussen een waterhardlaag en een humuspodzol B-horizont? 5. Heeft waterhard een waterafsluitende werking? 6. Zo ja: wat bepaalt die waterafsluitende werking? Waterhard bestaat uit (dekzand) skeletkorrels, omgeven door een zeer dun filmpje ingespoeld organisch materiaal waarin nauwelijks kiel aanwezig is. Tussen de skeletkorrels zijn flarden van zeer sterk op doppleriet gelijkend, organisch materiaal afgezet (hoe donkerder, hoe meer). Opvallend is de aanwezigheid van een relatief grote hoeveelheid aluminium en de afwezigheid van ijzer in zowel waterhard en doppleriet als in (oude) podzol B-horizonten onder het voormalige veen. Waterhard vormt zelden een continu dóórlopende laag. Het voorkomen varieert van grillig gewolkte structuren tot "halve-schotelvormige" lagen (met zéér karakteristieke "boegvormige" randen) Het kan voorkomen in oude podzol B-horizonten maar ook diep in de minerale bodem. De ondergrens van waterhard volgt de aanwezige sedimentaire gelaagdheid in het dekzand en heeft daardoor vaak een grillig verloop. De bovengrens daarentegen is vaak horizontaal, altijd scherp en nauwelijks gegolfd. Waterhard kent 'voorkeursposities" in het terrein: het is vaak te vinden op flanken van hoge dekzandruggen of onder kleine opwelvingen van het dekzand-oppervlak; het komt niet voor in de hoogste en niet in de laagste delen. Waterhard is gevormd als gevolg van de aanwezigheid van een veen dek (en niet andersom): het podzolprofiel onder het veen was vóór de veenvorming aanwezig; tijdens perioden van afbraak van het veen is plaatselijk waterhard gevormd. Er is een ontstaanshypothese van waterhard opgesteld. Waterhard verschilt op zoveel punten van een "normale" bodemhorizont, dat voorgesteld wordt om waterhardvorming niet als bodemvormend proces te zien maar als een op zich zelf staand fenomeen van humusinspoeling in de minerale ondergrond van (voormalige) veengebieden. Waterhard bevat een hoeveelheid ingespoelde organische stof die, uitgedrukt in gloeiverlies, in hoeveelheid varieert van 1 tot 5 %. De doorlatendheid van waterhard varieert bij deze gehaltes van resp. zeer goed doorlatend tot zeer slecht doorlatend. Gezien het zeer plaatselijk en zeer grillige voorkomen van waterhard is het niet aannemelijk dat het een grote rol speelt bij de venvorming en -instandhouding. Waterhard zou hoogstens een aanvullende functie kunnen hebben op de waterafsluitende werking, naast die van gliedeen verkitte kazige B-horizonten.

Item Type: Thesis (Master's Thesis / Essay)
Degree programme: Biology
Thesis type: Master's Thesis / Essay
Language: Dutch
Date Deposited: 15 Feb 2018 07:50
Last Modified: 15 Feb 2018 07:50
URI: https://fse.studenttheses.ub.rug.nl/id/eprint/10551

Actions (login required)

View Item View Item