Javascript must be enabled for the correct page display

Wind dispersie van zaden van 22 plantesoorten van hooilanden en vochtige heide : een indruk krijgen van de disseminatieafstand d.m.v. een windtunnelexperiment

Zijlstra, W. (1992) Wind dispersie van zaden van 22 plantesoorten van hooilanden en vochtige heide : een indruk krijgen van de disseminatieafstand d.m.v. een windtunnelexperiment. Master's Thesis / Essay, Biology.

[img]
Preview
Text
Biol_Ma_1992_Wzijlstra.CV.pdf - Published Version

Download (1MB) | Preview

Abstract

De verspreiding van soorten lijkt door versnippering van natuurgebieden steeds moeilijker te worden. Voor de verspreiding van plantesoorten is de zaaddispersie meestal belangrijk. Informatie over de zaaddispersiemogelijkheden van soorten kan dus een bijdrage leveren in de afweging om tot een eventuele (her)introduktie van soorten over te gaan. De wind wordt gezien als een algemeen geldende- en effectieve vector voor zaadverspreiding. Om een indruk te krijgen van de mogelijkheden van zaadverspreiding door de wind, is er met 22 plantesoorten een windtunnelexperiment uitgevoerd. Het betrof hier zeldzame en minder zeldzame, niet uitgesproken anemochore, soorten. In dit experiment zijn windsnelheid en loslaathoogte gevarieerd. De gebruikte windsnelheden (1.5 tot 10m/s) zijn vergelijkbaar met windsnelheden zoals deze in het veld tij dens het dispersieseizoen gevonden kunnen worden. Voor elke soort zijn 200 tot 300 zaden losgelaten op de zgn. 'gemiddelde planthoogte' van die soort (varierend van 6 tot 60 cm), en op een standaardhoogte van 30 cm Over een afstand van 10 meter werden de verspreide zaden, in afstandklassen van 10 cm, geteld. De resultaten bij loslaten op 'planthoogte' leveren inzicht in de verschillen tussen de zaadverspreidingsmogelijkheden van de soorten, terwijl de uitkomsten bij een loslaathoogte van 30 cm meer de verschillen in aerodynamische zaadeigenschappen weergeven. In het algemeen werd een grotere dispersieafstand gevonden wanneer de zaden op een grotere hoogte, of bij een grotere windsnelheid waren losgelaten. Zelfs bij een windsnelheid van 10 m/s viel in het algemeen 95% van de zaden van de onderzochte soorten binnen enkele meters afstand van het 10slaatpunt. Op grond van de gevonden dispersieafstanden bij 4 verschillende windsnelheden, zijn de soorten voor de 2 loslaathoogtes, d.m.v. clustering in groepen ingedeeld. Wat betreft de dispersiemogelijkheden blijkt globaal dat de soorten zowel bij 'planthoogte' als bij 30 cm hoogte in dezelfde groep worden ingedeeld. Zaden met een eenvoudige bol- of 'peer' -vorm en een relatief groot gewicht, hebben een kortere dispersieafstand dan zaden met een 'speciale' vorm (bijvoorbeeld: omsloten door urntjes of kalfjes; met uitsteeksels, of afgeplat), of relatief lichte, peervormige zaden. Er is geen duidelijk onderscheid tussen zeldzame en meer algemene soorten wat betreft de dispersieafstand. Binnen een aantal beperkingen, is de gebruikte windtunnelmethode geschikt om een indruk van de zaaddispersiemogelijkheden door de wind te krijgen.

Item Type: Thesis (Master's Thesis / Essay)
Degree programme: Biology
Thesis type: Master's Thesis / Essay
Language: Dutch
Date Deposited: 15 Feb 2018 07:47
Last Modified: 15 Feb 2018 07:47
URI: https://fse.studenttheses.ub.rug.nl/id/eprint/9970

Actions (login required)

View Item View Item