Javascript must be enabled for the correct page display

Begrazings patronen en vegetatie successie bij rotganzen (Branta bernicla bernicla)

Arkes, M. (1995) Begrazings patronen en vegetatie successie bij rotganzen (Branta bernicla bernicla). Master's Thesis / Essay, Biology.

[img]
Preview
Text
Biol_Ma_1995_MArkes.CV.pdf - Published Version

Download (2MB) | Preview

Abstract

Schiermonnikoog is ëén van de voorjaarsgebieden van de rotgans (Branta Bernicla bernicla). Al jaren komen de rotganzen hier overwinteren. De rotgans neemt in het voorjaar (mel) enorm in gewicht toe. Deze gewichtstoename valt samen met de voorjaarsgroei van halofieten op de kwelder. Op de kwelder van Schiermonnikoog is een successiereeks van oost naar west te zien. Festuca rubra, Puccinellia maritima, Plantago meritima en Triglochin meritima, planten welke gegeten worden door de rotgans, komen vroeg in de successie en/of laag op de kwelder voor. In gebieden met veel Elymus athericus, wat de ganzen niet eten, komen weinig ganzen voor. Eind jaren zeventig begin jaren tachtig lag het hoofdfourageergebied voor de rotganzen in de buurt van de vijfde slenk. Sindsdien is het hoofdgebied verschoven naar het oosten en bevindt zich nu in de buurt van slenk 7-8. D.m.v. het vergelijken van een oud ganzengebied met een nieuw ganzengebied is onderzocht of de rotganzen echt een voorkeur voor jonge kwelders hebben. Dit blijkt nlet zo to zijn. De begrazingsdruk van beide gebieden is gelijk gebleven. Alleen de mate van cycliciteit is minder geworden. Dit is, omdat de bedekking van Plantago maritime gereduceerd is. De ganzen nemen als het ware sneller nieuwe gebieden in gebruik dan dat ze oude gebieden niet meer gebruiken. Wanneer Elymus athericus sterk komt opzetten, komen er nog maar weinig ganzen in het gebied fourageren. Vanaf eind jaren zeventig zijn de aantallen rotganzen op Schiermonnikoog redelijk constant gebleven. Zo'n 40 jaar geleden waren er veel minder ganzen op Schiermonnikoog. De jongere kwelders zijn dus ontwikkeld onder veel intensievere begrazing dan andere kwelderdelen. Er is gekeken naar twee verschillende gebieden van 30-45 jaar oud. Een gebied uit 1958 en een ander gebied uit 1994. Er is een vrij groot verschil in soortsamenstelling en een klein verschil in vegetatie structuur tussen de twee gebieden. Het is niet duidelijk of de verschillen worden veroorzaakt door verschillen in begrazingsdruk of door b.v. de aanleg van do stuifdijk. Deze is aangelegd in 1959. Dit heeft waarschijnIijk een grote invloed op de ontwikkeling van de kwelder en op de vegetatiesuccessie gehad. Maar hoe groot die invloed is, is niet bekend.

Item Type: Thesis (Master's Thesis / Essay)
Degree programme: Biology
Thesis type: Master's Thesis / Essay
Language: Dutch
Date Deposited: 15 Feb 2018 07:47
Last Modified: 15 Feb 2018 07:47
URI: https://fse.studenttheses.ub.rug.nl/id/eprint/10018

Actions (login required)

View Item View Item