Broekhuijsen-de Hes, S.F. (1983) Boeren en andere buitenlui : scriptie over ruimtelijk beleid van de gemeente Haren met name in het buitengebied van de Onner- en Oostpolder. Master's Thesis / Essay, Biology.
|
Text
Bio_Ma_1983_SBroekhuizen.CV.pdf - Published Version Download (4MB) | Preview |
Abstract
Het doel van deze verhandeling is het verkrijgen van meer inzicht in de ontwikkeling van het meervoudig grondgebruik en de maatschappelijke achtergronden die tot een nieuwe wetgeving leiden. Centraal staat de betekenis van de Relatienota voor het landelijk gebied van de gemeente Haren. Tegen de achtergrond van ontwikkelingen in de landbouw in relatie tot natuur en landschap wordt een korte schets gegeven van de situatie in Haren. De aanwijzing van ongeveer de helft van het landbouwareaal wordt niet zonder meer aanvaard. Aan de orde komen de vorming van het Harener landschap in de oertijd - een reconstructie van de activiteiten van de mens-dierpatroon in het landschap bracht. Oude vormen van grondgebruik worden afgeleid uit deze nog bestaande structuren en toponiemen. Haren propageert het wonen in een landschappelijk fraaie omgeving. Er wordt achtergrondinformatie gegeven over de voor de tweede wereldoorlog heersende opvattingen van ruimtelijke ordening. Als reactie op het eerste, ambitieuze uitbreidingsplan van voor de oorlog krijgt nu het buitengebied meer aandacht. Plannen voor woningbouw worden in proporties teruggebracht; landbouw en landschap worden in bescherming genomen. De aanvaarding van bestemmingen in het buitengebied komt langzaam op gang. Aan de orde komt de overgang van ruilverkaveling naar landinrichting ter realisering van meervoudig grondgebruik, de noodzaak van een beheerswetgeving en het onderscheid tussen schadevergoeding en beheersvergoeding. Nu de overgangstermijn van de Meldingsplicht verstrijkt moet dit plan voormalige meldingsgebieden bescherming geven in het kader van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. De Landbouw gaat in beroep bij de Kroon tegen "opgelegde beperkingen van een doelmatig grondgebruik". De betekenis van een structuurplan, beperkingen voor de woningbouw en voor de landbouw in de gemeente Haren komen aan de orde. De gemeentelijke beleidsruimte is beperkt. Er zijn restricties van fysische en vooral van planologische aard bij de ruimtelijke planvorming.Een bestemmingsplan is in feite een gezamenlijke overheidsbeslissing. Politieke tegenstellingen en competentiestrijd verstrakken de verhoudingen, met name tussen de gemeente en de provincie. In het bijzonder de woningbouwpolitiek en de bemoeienissen met de inrichting van het buitengebied vallen slecht. De politieke kleur van de gemeenteraad zal mogelijk wel van invloed zijn op de uiteindelijke bestemming van grond in het buitengebied. Bij beleidsvoorbereidend onderzoek ontbreekt het in het algemeen aan informatie-uitwisseling tussen de verschillende departementen en bestuursorganen. De beheersvisie van de stichting Het Groninger Landschap spoort niet met de verwachtingen vanuit de plaatselijke landbouw. Elders wordt door jonge boeren deelgenomen aan relatie-onderzoek voor grondgebruik en weidevogelstand. In beheersovereenkomsten kunnen inpasbare" maatregelen worden opgenomen. Geohydrologisch onderzoek is van wezenlijk belang in het licht van de drie hoofdfuncties in het onderhavig gebied: Landbouw, Natuurbehoud en Drinkwaterwinning. Er is sprake van een competentieconflict: de boeren zijn verontrust; de gemeente voelt zich gepasseerd. In een werkgroep voor overleg en onderzoek wordt gezocht naar een bevredigende oplossing ten aanzien van alle belangen in het buitengebied. Vanuit de landbouw, de natuurbeschermingsorganisatie en de provinciale overheid komen verschillende voorstellen voor probleemoplossing: scheiding, resp. verweving van de functies van landbouw en landschap, of integratie van de belangen door een "aangepaste landbouw". De voortgang van de Relatienota is in discussie bij de rijksoverheid. Er wordt getracht een verklaring te vinden voor de slechte acceptatie van de Relatienota. Ten aanzien van de bestemming van het buitengebied zijn de landelijke tendensen in het gemeentelijk beleid terug te vinden. Na een schets van de ontwikkelingen vanaf de jaren dertig wordt de mening van de plaatselijke landbouw weergegeven, zoals verwoord door de zegsman H.M. Luning.
Item Type: | Thesis (Master's Thesis / Essay) |
---|---|
Degree programme: | Biology |
Thesis type: | Master's Thesis / Essay |
Language: | Dutch |
Date Deposited: | 15 Feb 2018 07:49 |
Last Modified: | 15 Feb 2018 07:49 |
URI: | https://fse.studenttheses.ub.rug.nl/id/eprint/10274 |
Actions (login required)
View Item |