Javascript must be enabled for the correct page display

Karotypische veranderingen in weefsel- en celkweken van de aardappel, Solanum tuberosum

Hermelink, A. (1984) Karotypische veranderingen in weefsel- en celkweken van de aardappel, Solanum tuberosum. Master's Thesis / Essay, Biology.

[img]
Preview
Text
Biol_Ma_1984_AHermelink.CV.pdf - Published Version

Download (840kB) | Preview

Abstract

Verbetering van kwaliteit, opbrengst en resistentie van bestaande cultuurgewassen kan mogelijk bereikt worden met behulp van somatische hybridisatie. Bij deze techniek wordt vaak gebruik gemaakt van protoplasten uit celsuspensies. Het is een bekend gegeven, dat in weefsel- en celkweken veranderingen in chromosoomaantallen en chromosoomstructuur kunnen optreden. Van veel planten zijn de weefsel- en celkweken reeds onderzocht op genoomafwijkingen, maar van de aardappel, Solanum tuberosum, is hierover nauwelijks iets bekend. Informatie hierover is wel noodzakelijk, omdat de genetica van de aardappel onderzocht gaan worden met behulp van somatische hybridisatie. Het doel van dit onderzoek was een indruk te krijgen van de aard en de frequenties van de afwijkingen, de veranderingen in een celsuspensie in de loop van de tijd, de verschillen tussen jonge celsuspensies van enkele wekentot enkele maanden en een oude celsuspensie van een jaar oud, en de mogelijke oorzaken van de afwijkingen. Onderzocht werden calli en celsuspensies van de dihaploïde cellijn 007 (2n=24) van S. tuberosum. Op bepaalde tijden werden monsters genomen, waarvan preparaten werden gemaakt. Deze preparaten werden gescoord op afwijkingen aan zowel delende als niet-delende kernen. Bovendien werden cytofotometrische DNA—bepalingen verricht. Gebleken is, dat de calli aanzienlijke afwijkingen in chromosoomaantallen hadden, die al in het begin van de kweek moeten zijn ontstaan. Deze afwijkingen namen toe in de loop van de tijd. Ook de celsuspensies vertoonden onmiddellijk na de eerste delingen in de schudcultures aantalsafwijkingen, die in het begin minder frequent waren dan in de colli, waaruit de suspensies waren gemaakt. De percentages "aantalsafwijkingen" namen snel toe tot waargenomen maxima van 30 tot 6o%. De percentages "eliminatiemeohanismen" schommelden bij de jonge suspensies tussen de 5 en 13%. Strucurele chromosoomafwijkingen ontstonden pas op het moment, dat het percentage ‘aantalsveranderingen' zich gestabiliseerd had. Uiteindelijk had 30% van de cellen in mitose structurele chromosoomafwijkingen. De oude celsuspensie leek zich gestabiliseerd te hebben. Bijna alle kernen waren gepolyploïdiseerd, eliminatiemechanismen kwamen bij 12 tot 20% van de mitotische cellen voor. Structurele afwijkingen aan chromosomen werden regelmatig gezien en ongeveer de helft van alle anafasen en telofasen had bruggen. De oorzaken van de genoomafwijkingen in de calli kunnen gelegen zijn in milieu-omstandigheden, het uitgangsmateriaal (blad), het feit dat het blad geknipt was en het feit dat de bladcellen moesten dedifferentiëren om het callus te kunnen vormen. De aantalsveranderingen van chromosomen in de celsuspensies waren waarschijnlijk voor een deel overgenomen uit de calli en voor een ander deel geïnduceerd door factoren als verlies van onderling contact tussen cellen, toxische stoffen in het medium, gebrek aan bepaalde stoffen als bijvoorbeeld mineralen en andere, voor de cellen vreemde, milieu-omstandigheden. Al deze factoren leidden in de eerste weken van de celkweek waarschijnlijk tot defecten in vorm en functie van de spoelfiguren, Waarom later pas de structurele hromosoomafwijkingen optraden is niet duidelijk. Om meer informatie te verkrijgen over de oorzaken van de karyotypische afwijkingen in celsuspensies is het noodzakelijk de milieu-omstandigheden zo veel mogelijk constant te houden en de suspensies vanaf het begin te vervolgen en ook het uitgangsmateriaal te onderzoeken. Het kweken van een enkele cel in een microcultuurkamertje kan met name leiden tot meer inzicht in het tijdstip, waarop abnormaliteiten ontstaan. Verder kan door middel van een soort eliminatieproces misschien achterhaald worden welke milieufactor tot welke afwijking in het genoom leidt. Voor fusie-experimenten is het aan te bevelen celsuspensies van jong callus te maken en die celsuspensies zo snel mogelijk te gaan gebruiken.

Item Type: Thesis (Master's Thesis / Essay)
Degree programme: Biology
Thesis type: Master's Thesis / Essay
Language: Dutch
Date Deposited: 15 Feb 2018 07:50
Last Modified: 15 Feb 2018 07:50
URI: https://fse.studenttheses.ub.rug.nl/id/eprint/10549

Actions (login required)

View Item View Item