Javascript must be enabled for the correct page display

Herstel binnendijkse brakke natuur: de Klutenplas

Vries, S. de (2006) Herstel binnendijkse brakke natuur: de Klutenplas. Master's Thesis / Essay, Biology.

[img]
Preview
Text
Biol_Ma_2006_SdeVries.CV.pdf - Published Version

Download (1MB) | Preview

Abstract

Rond 1990 is in Noord-Groningen het zoetwaterplan ingesteld om verzilting van grondwater via zoute kwel in landbouwpercelen achter de zeedijken tegen te gaan. Hierdoor verdwenen de laatste resten van de brakke vegetatie, inclusief een aantal kweldersoorten. Ter compensatie gaat de provincie Groningen 150 ha nieuwe binnendijkse brakke natuur inrichten. Eén van deze compensatiegebieden is het uitbreidingsgebied de Klutenplas; een voormalig landbouwperceel van 11 ha waarvan de toplaag is verwijderd en greppels zijn gegraven. Tevens is een pomp aangebracht om zoute kwel over het gehele perceel te kunnen verspreiden. In dit gebied moet de voormalige brakke vegetatie worden hersteld, om voor de brakke vegetatie die verloren is gegaan te compenseren. Aan de hand van bestaande vegetatie opnamen van binnenlandse brakke/zilte vegetatie langs de kust van Groningen en Friesland is een lijst opgesteld van plantensoorten kenmerkend voor brakke vegetatie in de regio wat leidt tot de doelsoortenlijst. Voor het herstellen van de brakke vegetatie zijn doelsoort zaden nodig. Deze zaden kunnen afkomstig zijn uit het doelgebied (community pool), of verbreid worden uit direct omringende gebieden (local species pool) of verafgelegen gebieden (regional species pool). Uit zaadbank analyse in eerder onderzoek is gebleken dat geen doelsoorten in de zaadvoorraad in de bodem aanwezig zijn. Door de omringende dijken is verbreiding vanuit de local of regional species pool nauwelijks mogelijk, aangezien de meeste zaden voor hun verbreiding athankelijk zijn van zeewater. Om deze verbreidingsproblemen te overkomen is vloedmerk, opgehoopt op de buitendijkse kwelder, aangebracht op het nieuwe perceel. Allereerst is daarvoor de potentie van het vloedmerk bepaald in de kas. Vervolgens is het vloedmerk op een deel van het nieuwe perceel uitgereden. De vegetatie die is opgekomen is beschreven aan de hand van vegetatieopnamen. Alle aanwezig soorten in het vloedmerk en in de vegetatieopnamen hebben een zoutgetal toegewezen gekregen. Na analyse van het vloedmerk, aan de hand van de zoutgetallen, blijkt uit de samenstelling dat vooral veel brakke (26,8%) en zoute (34,1%) soorten in het vloedmerk aanwezig zijn. Aan de hand van vegetatieopnamen in het veld was het duidelijk dat op de akkers waarop vloedmerk is aangebracht de brakke en zoute soorten frequenter aanwezig zijn vergeleken met de akkers waar geen vloedmerk op is aangebracht. Van de 41 soorten die in het vloedmerk aanwezig zijn komen 19 soorten (40%) voor op de doelsoortenlijst. Op de akkers zonder vloedmerk komen 13 van de 41 soorten overeen met de doelsoortenlijst (28%) en op de akkers met vloedmerk zijn 64 soorten aanwezig waarvan 20 doelsoorten (43%). Uit de gegevens kan worden geconcludeerd dat het inbrengen van vloedmerk zeker bijdraagt aan de vestiging van doelsoorten.

Item Type: Thesis (Master's Thesis / Essay)
Degree programme: Biology
Thesis type: Master's Thesis / Essay
Language: Dutch
Date Deposited: 15 Feb 2018 07:31
Last Modified: 15 Feb 2018 07:31
URI: https://fse.studenttheses.ub.rug.nl/id/eprint/9123

Actions (login required)

View Item View Item