Boerwinkel, A. and Verbeek, S. (2000) Traditionele bevloeiing als beheersmaatregel. Master's Thesis / Essay, Biology.
|
Text
Biol_Drs_2000_ABoerwinkel.CV.pdf - Published Version Download (2MB) | Preview |
Abstract
In het Pleistocene deel van Nederland komen Dotterbloemhooilanden voor in beekdalen, die oorspronkelijk gevoed werden door mineraal- en basenrijke kwel en regelmatig onder invloed storiden van overstromingen. Door verlaging van de grondwaterstand is in veel gebieden de aanvoer van kwelwater weggevallen en verlaging van het waterpeil in de beken zorgt er voor dat inundaties uitblijven. Gevolg is dat de hooilanden verdrogen en in sterkere mate onder invloed komen te staan van zuur regenwater. De kenmerkende soorten uit het Dotterbloemhooiland verdwijnen en algemene soorten nemen toe. Verschralen door jaarlijks te maaien is hier niet afdoende om de vegetatie te herstellen. In het onderzoek is gekeken welke mechanismen verantwoordelijk zijn voor het uitblijven van herstel van de vegetatie en welke maatregelen of combinaties van maatregelen het meest effectiefzijn voor het behoud van de doelsoorten uit het soortenrijke Dotterbloemhooiland. Mechanismen die genoemd worden als mogelijke oorzaak van de negatieve vegetatieontwikkeling zijn: Ferrolyse (Kemmers, 1999), gebrek aan makkelijk afbreekbaar materiaal. (Van Delft & Kemmers, 1998), sulfide-toxiciteit (Lamers, 1996, 1998), kaliumgebrek (Pegtel eta!., 1996; Van Duren, 2000) en vorstschade (Baaijens 1982; Burny 1999). Uitgaande van het beheer dat boeren vroeger toepasten op de beekdalhooilanden, is de belangrijkste vraag wat de invloed van bevloeiing met oppervlaktewater is op de soortensamenstelling en op de bodemchemische eigenschappen van het hooiland. In het Reestdal is een experimenteel viociveld ingericht waar oppervlaktewater op het land wordt gepompt met als dod om de verzuring van het Dotterbloemhooiland tegen te gaan. Typische soorten uit het Dotterbloemhooiland komen in het onderzoeksgebied nog maar schaars voor en soorten die kenmerkend zijn voor zure omstandigheden zijn toegenomen. In de veenpakketten zijn regenwaterlenzen aanwezig. Hoge sulfaatgehaltes duiden op een onvolledige reductie tot diep in de ondergrond. Kortdurende bevloeiing en de toevoeging van kalk, ijzer of stalmest hebben nog geen merkbaar effect gehad op de redoxpotentiaal of op de pH van de bodem. Uit een bemestingsexperiment blijkt dat vooral grassen gelimiteerd zijn door stikstof en kalium. De kaliumlimitatie wordt door de aanvoer uit het bevloeiingswater opgeheyen. De metingen zullen echter na langere tijd bevloeien herhaald moeten worden.
Item Type: | Thesis (Master's Thesis / Essay) |
---|---|
Degree programme: | Biology |
Thesis type: | Master's Thesis / Essay |
Language: | English |
Date Deposited: | 15 Feb 2018 07:31 |
Last Modified: | 15 Feb 2018 07:31 |
URI: | https://fse.studenttheses.ub.rug.nl/id/eprint/9210 |
Actions (login required)
View Item |