Bos, J. van den (1987) De invloed van grote herbivore zoogdieren op de vegetatiestruktuur. Master's Thesis / Essay, Biology.
|
Text
Biol_Ma_1987_JvandenBos.CV.pdf - Published Version Download (1MB) | Preview |
Abstract
De vegetatiestructuur in natuurlijke oecosystemen wordt ondermeer bepaald door de aanwezigheid van grote (herkauwende) herbivore zoogdieren. Er vindt een continue wisselwerking plaats tussen de herbivoren aan de ene kant, die consumeren plantaardig materiaal, deponeren mest en betreden bodem en vegetatie, en de vegetatie aan de andere kant. Voor de vegetatie is belangrijk; de onderlinge concurrentie, resistentie-mechanismen tegen begrazingseffecten, en de kwaliteitsverschillen tussen soorten en binnen soorten. Er zijn factoren aan te geven die met deze relaties interfereren, en zodoende bepalend zijn voor veranderingen in de vegetatiestructuur. De drie belangrijkste zijn: 1. De selectiviteit van de herbivoren. Binnen een gevarieerde vegetatie worden niet alle soorten even sterk begraasd, hierdoor kunnen micropatronen ontstaan. Selectieve voorkeur voor het kwalitatief betere jonge bladmateriaal verstoort de leeftijdsopbouw in een vegetatie en op de lange duur de macrostructuur. 2. De mate van begrazing. Hoe hoger het aantal aanwezige herbivoren, hoe meer van de plantaardige biomassa geconsumeerd wordt. Bij erg hoge graasdichtheid zijn de herbivoren genoodzaakt minder selectief te eten om kwantitatief voldoende voedsel te kunnen consumeren. De soorten die in tweede instantie gekozen worden zijn vaak minder graas-resistent en de vegetatie veranderd snel. De termen over- of onderbegrazing zijn alleen in samenhang met een doelstelling voor het terrein te gebruiken. 3. Het seizoen van begrazing. In de periode buiten het groeiseizoen is zowel de kwantiteit als de kwaliteit van het voedsel minder dan in het groeiseizoen. Begrazing in deze periode is daardoor altijd relatief intensief te noemen en zal de vegetatiestructuur sneller doen wijzigen. Het effect van begrazing is in alle gevallen dat successieprocessen afgeremd worden, of zelfs in tegengestelde richting doorlopen. Om te kunnen manipuleren met de vegetatie is de behoefte aan voorspellende modellen groot. Het verklarend model PROCOS van Lotz en Poorter is zo'n model waarvan de resultaten vrij goed overeenkomen met veldexperimenten. Verbeteringen blijven echter altijd mogelijk.
Item Type: | Thesis (Master's Thesis / Essay) |
---|---|
Degree programme: | Biology |
Thesis type: | Master's Thesis / Essay |
Language: | Dutch |
Date Deposited: | 15 Feb 2018 07:48 |
Last Modified: | 15 Feb 2018 07:48 |
URI: | https://fse.studenttheses.ub.rug.nl/id/eprint/10164 |
Actions (login required)
View Item |