Holthuijzen, Y. A. (1979) Concentratie en samenstelling van suikers in de nektar en vluchtige verbindingen in bloemen van Rhinanthus serotinus (Schönn.) Oborny, R.minor L. en hun hybriden in Nederland aismede van enkele andere halfparasieten (Scrophulariaceae) uit West- en Midden-. Master's Thesis / Essay, Biology.
|
Text
Biol_Ma_1979_YHolthuijzen.CV.pdf - Published Version Download (2MB) | Preview |
Abstract
In 1977 werd onderzoek verricht naar de concentratie en samenstelling van de suikers in de nectar en geurstoffen in de bloemen van Rhinanthus serotinus, R.minor en hun hybriden alsmede enkele halfparasieten uit Nederland en Midden-Europa. Het doel van het onderzoek was tweeledig: in de eerste plaats werd getracht verschillen in samenstelling van de nectar en geurstoffen in de bloemen van Rhinanthus spp. te vinden die het verschil in voorkeur bij hommels zou kunnen verklaren en in de tweede plaats werd onderzocht of de verschillen taxonomisch onderscheid tussen de soorten mogelijk maken. Het verloop van de suikerconcentratie over de dag werd bepaald bij hybriden van Rhinanthus serotinus en R.minor uit de proeftuin te Haren en van een populatie van R. serotinus uit Noord-Drenthe. Er werd geconstateerd dat het suikergehalte steeg naarmate de temperatuur overdag opliep. Tevens werd een verhoogd suikergehalte en nectaraanbod. in de ochtenduren opgemerkt. Het suikergehalte bij R.serotinus, R.minor en hun hybriden vertoonde een grote variatie, mogelijk als gevolg van het afnemen van de nectar op verschillende tijdstippen van de dag. In de onderzochte ratelaarsoorten werd glucose (G), fructose (F), en sucrose (S) aangetoond en in kleine hoeveelheden lactose, rhamnose en een zestal onbekende stoffen. Bij R. minor en de hybriden werd regelmatig lactose, rhamnose en een aantal van de onbekende stoffen aangetroffen. Onderscheid tussen R. serotinus, R. minor en hun hybriden kon op grond van de verhouding van de suikers in de nectar niet gemaakt worden aangezien R. minor een grote overlapping met R. serotinus te zien gaf. Drie andere in Nederland voorkomende halfparasteten, Melampyrum pratense, Pedicularis palustris en P.sylvatica vertoonden eveneens een grote variatie in suikerconcentratie. De drie meest voorkomende suikers waren (in volgorde van belangrijkheid) sucrose, fructose en glucose. De suikerconcentratie van enkele halfparasieten uit Midden-Europa varieerde van 12-94 %. De drie belangrijkste suikers (G, F en S) waren aanwezig in de 5 onderzochte Rhinanthus-soorten, in 5 van de 7 onderzochte Pedicularis-soorten, in Bartsia alpina en Melampyrum arvense. Tevens werden lactose en rhamnose en een aantal van de zes onbekende stoffen aangetroffen. Het geurstoffenonderzoek leverde vooral verschillen op die bruikbaar kunnen zijn voor het taxonomisch onderscheid tussen de soorten. Er werden geen stoffen gevonden die geacht kunnen worden van belang te zijn voor de discriminatie van Rhinanthus spp. Door hommels. Verder onderzoek met behulp van gaschromatografie is de aangewezen methode om zowel kwalitatief als kwantitatief verschillen tussen Rhinanthus spp. en hun hybriden vast te leggen.
Item Type: | Thesis (Master's Thesis / Essay) |
---|---|
Degree programme: | Biology |
Thesis type: | Master's Thesis / Essay |
Language: | Dutch |
Date Deposited: | 15 Feb 2018 07:51 |
Last Modified: | 15 Feb 2018 07:51 |
URI: | https://fse.studenttheses.ub.rug.nl/id/eprint/10630 |
Actions (login required)
View Item |